In deze reeks bespreken we verschillende leerstoornissen. ADHD en concentratieproblemen en dyslexie zijn al voorbij gekomen. Dyscalculie is ook een leerstoornis. Vroeger waren er kinderen die 'gewoon niet konden rekenen'. Zij kregen weinig begrip en een laag zelfbeeld. Het lukte niet terwijl zij wel hun best deden. Gelukkig weten we inmiddels dat dit vaak door dyscalculie komt. Een leerstoornis waardoor het aanleren en automatiseren van de basisvaardigheden van wiskunde niet lukt.
Wat is dyscalculie?
Er zijn veel kinderen die moeite hebben met rekenen. Zij hebben gelukkig niet allemaal dyscalculie. We spreken van dyscalculie als een kind ondanks een goede aanpak op school en zonder aanwijsbare reden moeite blijft houden met rekenen. De meest voorkomende symptomen zijn:
- Moeite met cijfers lezen en schrijven
- Op de vingers blijven tellen in plaats van andere rekenoplossingen (zoals getallen groeperen)
- Structureel fouten maken in sommen stapsgewijs oplossen
- Standaardstappen niet in de juiste volgorde maken
- Geen connectie zien met vergelijkbare oefeningen
- Getallen op de verkeerde plaats zetten, of verkeerd begrijpen (bijvoorbeeld het verschil niet zien en weten tussen 24 en 42)
- Omkeren van getallen (je zegt bijvoorbeeld '36' en het kind schrijft '63')
- Geen verband zien tussen beeld en woord (bijvoorbeeld met het maken/aflezen van grafieken en de klok)
- Motorische onhandigheid met passer en geodriehoek
- Moeite met het automatiseren van standaardstappen in de wiskunde
Gelukkig hebben leerlingen met dyscalculie ook enkele opvallende sterktes. Zoals een sterk logisch inzicht, een goed redeneervermogen, driedimensionaal inzicht, het goed onthouden van feiten zoals tafels en een creatieve en/of muzikale aanleg. Uiteraard is elke student uniek.
4 verschillende vormen dyscalculie
Dyscalculie is de verzamelnaam voor 4 verschillende vormen. Studenten hebben vaak meerdere vormen of een combinatie van deze vormen. De problemen die elke vorm met zich meebrengt, verschillen sterk. Daarom is het goed om te weten welke vormen er zijn. Zo kun je problemen bij een student beter begrijpen.
- Procedurele dyscalculie: Bij deze vorm heeft de student problemen bij het op de juiste manier uitrekenen van sommen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan staartdelingen: die worden altijd volgens dezelfde stappen opgelost. Soms weten ze de stappen niet, of worden de stappen in de verkeerde volgorde uitgevoerd. Hoofdrekenen gaat erg moeilijk en de student heeft ook moeite met het begrijpen van woorden zoals 'vermenigvuldigen, delen, optellen, aftrekken, procenten, breuken...'.
- Semantische geheugendyscalculie: Bij deze vorm heeft de student vooral moeite met het onthouden van rekenfeiten. Een rekenfeit is bijvoorbeeld: 7+3=10.
- Visuo-spatiële dyscalculie: Deze vorm geeft vooral problemen bij het ruimtelijk voorstellen van rekenkundige informatie. Een vraag is bijvoorbeeld:'Welk stuk taart is het grootst: 1/8 of 1/5?'. Het lezen van grafieken en dergelijke geeft hierdoor ook moeilijkheden.
- Getallenkennisdyscalculie: Dit geeft problemen met de getalstructuur. Denk bijvoorbeeld aan het systeem van eenheden, tientallen, honderdtallen, etc. Daarnaast heeft een leerling met getallenkennisdyscalculie ook geen inzicht in het talstelsel. Het omrekenen van liter naar milliliter is hier een voorbeeld van.
Invloed van dyscalculie
Dat een student met dyscalculie problemen heeft met wiskunde is algemeen bekend. Maar ook andere vakken op school worden hierdoor beïnvloed. Wat te denken van economie: één en al berekeningen, cijfers en grafieken. Of aardrijkskunde: hoe vaak moet je niet iets opzoeken door middel van schaalberekening?
Ook bij een cultureel vak als geschiedenis geeft dyscalculie problemen. Het uit het hoofd leren van de jaartallen, ze op chronologische volgorde zetten of de jaartallen op een tijdlijn plaatsen... De wetenschappelijke vakken zoals natuurkunde en scheikunde, bestaan ook grotendeels uit getallen en formules. Goede cijfers halen is voor een student met dyscalculie een extra moeilijke uitdaging.
Bijles voor student met dyscalculie
Veel studenten met dyscalculie hebben allereerst begrip nodig. Vaak doen zij juist erg hun best op hun huiswerk en kost dit hen extra veel tijd. Toch halen zij geen hoge cijfers. Dit werkt erg frustrerend en haalt ook het zelfbeeld naar beneden. Uitspraken als 'ik kan het toch niet', zijn dan ook vaak gehoord. Bij het begeleiden van een student met dyscalculie is het tonen van begrip dan ook erg belangrijk. Hieronder vind je nog meer tips:
- Geef de student complimenten voor de dingen die hij goed doet
- Complimenteer het doorzettingsvermogen en de inzet
- Houd er rekening mee dat opdrachten extra tijd kosten (tijdens de bijles en bij het huiswerk)
- Leg een opdracht mondeling uit én laat de opdracht lezen op papier. Zo komt de informatie op twee manieren tot de student
- Stel hulpvragen als de student er niet uit komt. Dus niet: 'Je moet de oppervlakte berekenen'. Maar: 'Moet je de oppervlakte berekenen of de omtrek?'
- Als je oefeningen uitprint, zorg dan dat je ze ruim uitprint. Dus niet propperig en met voldoende ruimte om (tussen)stappen te noteren
- Geef de student hulpmiddelen en leer hem daar mee te werken. Bijvoorbeeld een rekenmachine, een kaartje met veelvoorkomende formules, etc.
Vermijd dit:
- De leerling alles uit het hoofd laten uitrekenen. Dit kan voor te veel stress zorgen
- Oefeningen zomaar meegeven als huiswerk
- Oefeningen laten bestuderen die niet verbeterd zijn of die door het verbeteren erg rommelig geworden zijn
- Oefeningen alleen mondeling uitvoeren
- Rekenfouten zwaar aanrekenen
- De student vergelijken met leeftijdsgenootjes (maar dat moet je natuurlijk nooit doen...)
Meer informatie
Wil je meer informatie over het begeleiden van een student met dyscalculie? Kijk dan eens verder bij onderstaande websites en boeken.
- Bij BalansDigitaal vind je meer informatie.
- Hier kun je een hulpwaaier bestellen
- In dit artikel vind je tips voor in de klas
- Hier vind je een filmpje over dyscalculie van Het Klokhuis
- Hier vind je een aflevering over dyscalculie van het NOS Jeugdjournaal
- Desoete, A., & Braams, T. (2008). Kinderen met dyscalculie. Boom.
- Stock, P., Desoete, A., & Roeyers, H. (2007). Dyscalculie, een stoornis met vele gezichten. Een overzichtsbespreking van subtyperingen bij rekenstoornissen.
Heeft jouw zoon of dochter dyscalculie en zijn jullie op zoek naar begeleiding op maat? BijlesHuis stelt jullie graag voor aan een docent met veel ervaring. Ben jij zelf docent en zou je graag leerlingen begeleiden? Registreer je dan als bijlesdocent!
Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels. Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.