De meeste leerlingen hebben moeite om zich te concentreren. Het is buiten lekker weer, vriendjes spelen al buiten, ze vinden het vak niet leuk of ze zijn onzeker omdat ze al 3 onvoldoendes hebben gehaald. Dat is normaal en is meestal een gebrek aan motivatie. Maar wat nu als jouw kind of leerling een concentratieprobleem heeft? Er zijn twee verschillende soorten concentratieproblemen:
- Tijdelijk concentratieprobleem: Zoals bijvoorbeeld na een heftige gebeurtenis, slaaptekort, problemen op school of in de familie of juist vanwege een hele leuke gebeurtenis die bijna plaats gaat vinden.
- Blijvend concentratieprobleem: Als gevolg van ADHD; veroorzaakt door kleine afwijkingen in de hersenen.
Tips bij concentratieproblemen
Voor mensen met concentratieproblemen geldt: hoe minder afleiding hoe beter. Een prikkelarme omgeving geeft minder ruis. Voor iemand met concentratieproblemen is elk extra ding in een ruimte een prikkel die hem afleidt van zijn eigenlijke werk. Neem bijvoorbeeld een plant: 'Hm, zou die wel water hebben gehad?'. Of een pennenbakje, die verdwijnt al snel in de hand of wordt heen en weer geschoven. Creëer daarom een prikkelarme omgeving. Dat betekent: opgeruimd, schoon, geen tierelantijntjes en geen felle kleuren.
De timer
Kinderen en tieners kunnen zich gemiddeld 20 tot 30 minuten echt concentreren. Het werkt het beste als het huiswerkschema daar op aangepast wordt. Zet een timer en spreek af dat het kind tot die tijd alleen maar bezig mag zijn met het huiswerk, in die prikkelarme omgeving. Als de timer gaat is er pauze. De leerling moet dan ook echt van het bureau vandaan: naar buiten, kopje thee aan de keukentafel of een smoothie van fruit en groenten doen wonderen. Zo is het kind letterlijk en figuurlijk even weg van het huiswerk.
Blijf zelf rustig
Kinderen met concentratieproblemen hebben er veel aan als je zelf rustig blijft. Zij kunnen die rust dan een beetje overnemen en ze voelen zich veilig. Als jij zelf gestrest bent, gaat het hen helemaal niet lukken om ergens geconcentreerd over na te denken. Blijf rustig door duidelijk en niet gehaast te praten. Geef aandacht aan het kind en zorg dat hij zich gezien voelt. Heeft hij een nieuw shirt aan? Of komt hij vol enthousiasme binnen? Vraag hem bijvoorbeeld wat hij net heeft gedaan.
Houd dezelfde structuur aan
Houd je daarnaast zoveel mogelijk aan dezelfde structuur. Als je bijles geeft bij je thuis: Laat je student binnen komen, geef hem wat te drinken en praat even gezellig. Daarna vertrekken jullie naar het bureau en wordt er gewerkt. Maak aan het einde van de les een korte samenvatting van wat jullie hebben gedaan. Vertel ook wat je de komende week van hem verwacht. Regelmaat en duidelijke afspraken helpen jullie allebei een heleboel.
Verschil tijdelijke concentratieproblemen en ADHD
ADHD staat voor 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder', dat betekent: Aandachts- en hyperactiviteitsafwijking. Dit ontstaat door kleine afwijkingen in de hersenen. ADHD is dan ook aangeboren en kan erfelijk zijn. In moeilijke termen is het een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Met concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit tot gevolg. Deze diagnose komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
Het is niet op het eerste oog te zien wie er ADHD heeft of niet. Iedereen heeft weleens moeite om zich te concentreren, is hyperactief of impulsief. Zeker kinderen, tieners en studenten. Iemand met ADHD vertoont dit gedrag structureel, ongeacht bijzondere gebeurtenissen en dergelijke.
ADHD is erg lastig in combinatie met school en studie. Studenten met ADHD hebben moeite om grote taken af te ronden en leerwerk te leren. Om een grote taak af te ronden, moet je kunnen plannen. Daarnaast moet de grote taak in kleinere taken worden verdeeld om aan de slag te kunnen gaan. Voor leerwerk moet je je concentreren en dat betekent ook vaak stilzitten.
Studenten met ADHD vergeten vaak dingen, kunnen details niet overzien en komen daardoor slordig over. Ze zijn vaak van alles kwijt en leven zonder vaste regelmaat. Dit is zowel voor henzelf als voor hun omgeving lastig. Hierdoor is contact met klasgenoten soms moeizaam.
Grootste knelpunten: Concentratieproblemen, leerproblemen, niet kunnen stilzitten, niet goed kunnen luisteren, instructies verkeerd opvolgen, chaotisch, veel spullen kwijt raken en impulsief.
Grootste sterktes: Veel wilskracht, vrolijk, groot gevoel voor humor, gevoelig, openhartig en spontaan. Veel enthousiasme voor iets wat ze leuk vinden; ze kunnen anderen daar ook voor motiveren.
Bijles aan student met ADHD
Als je bijles geeft aan een student met ADHD is het belangrijk dat je extra rekening houdt met de student. Dat betekent duidelijke en concrete afspraken en die ook naleven. Overleg wat vaker met de ouders dan je gewend bent. Houd elke 5 bijlessen een overlegje bijvoorbeeld. Of mail na elke bijles kort naar de ouders hoe het is gegaan en wat je hebt besproken. Geef je een huiswerkopdracht mee of heb je een planning gemaakt? Mail die dan ook naar de ouders zodat ze op de hoogte zijn en hun kind verder kunnen begeleiden.
Je bijlesstudent met ADHD zul je moeten helpen met het plannen van het huiswerk. Zo maak je de taken die hij of zij heeft overzichtelijk. Je bent daarin een erg belangrijk persoon die veel stress bij de student (en de ouders) kan wegnemen. Een mooie taak! Maak de planning steeds hetzelfde op, zodat je student de planning goed begrijpt. Het helpt bijvoorbeeld om kleurcodes te gebruiken. Bijvoorbeeld: groen voor leeropdrachten, oranje voor oefeningen, en blauw voor overhoringen.
Bied je bijles gestructureerd aan. Dat kun je doen door steeds dezelfde opbouw te gebruiken. Ga ook steeds in dezelfde omgeving zitten. Oftewel: bied zoveel mogelijk regelmaat aan. Dat is niet saai of vervelend; je creëert zo een veilige omgeving voor je student waar hij of zij optimaal kan ontwikkelen. Wil je je student activeren om iets te doen? Geef dan heldere en duidelijke instructies, en doe eventueel een opdracht voor.
Praktische tips
- Is een opmerking of waarschuwing nodig? Maak de opmerking dan over het gedrag, nooit over de persoon. Dreig niet, en zeker niet met dingen die niet haalbaar zijn.
- Ontrafel een grote opdracht in kleine opdrachten. Schrijf de opdrachten in volgorde onder elkaar. Zo kan je student zelfstandig aan de slag en kan hij de opdrachten afvinken. Je zult zien dat je student zo veel meer bereikt! Dat is goed voor zijn zelfvertrouwen en zelfredzaamheid.
- Motiveer de student door complimenten te geven en oog te hebben voor wat hij doet. Soms zijn de cijfers misschien niet goed, maar heeft de student wel enorm zijn best gedaan. Complimenteer dan het gedrag en heb er oog voor dat de student oprecht verdrietig kan zijn.
- Benoem gewenst gedrag in plaats van ongewenst gedrag. Zo behoud je een positieve sfeer en motiveer je gewenst gedrag.
- Zorg voor structuur; zoals hierboven nader toegelicht.
- Wees consequent.
- Gebruik eventueel pictogrammen bij je bijles om je programma duidelijk te maken.
- Gebruik een emotiemeter of 'stopknop'. Als het je student écht niet meer lukt, mag hij op de stopknop drukken. Geef hem dan een pauze van 5 minuten.
Meer informatie
Wil je meer informatie over ADHD in combinatie met onderwijs? Hieronder vind je meer informatie:
- ADHD op school
- ADHD in de klas
- ADHD - tips voor de leerkracht
- ADHD in de klas: do's en dont's
- ADHD en het voortgezet onderwijs
Heeft jouw zoon of dochter ADHD? Individuele begeleiding kan dan erg fijn zijn. BijlesHuis stelt je graag voor aan een goede docent met veel ervaring. Ben je zelf docent? Meld je dan aan als bijlesdocent!
Melissa is docent van BijlesHuis en geeft sinds 2013 les in het speciaal onderwijs (OV4 type 9). Ze zorgt graag voor haar leerlingen, maar zet zich ook in voor zelfredzaamheid en het ontplooien van talenten. In de blogserie 'leerstoornissen' legt Melissa diverse leerstoornissen uit en geeft zij tips voor ouders en (bijles)docenten.
Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.