written by
Melissa V.

Dysfasie: wat zijn de kenmerken en hoe leer ik de signalen te herkennen?

Voor bijlesdocenten 4 min

Leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS), zoals dysfasie, hebben het extra moeilijk in de klas: ze snappen de opdracht vaak niet zo snel als de rest, ze kunnen moeilijk gesprekken voeren en spontaan antwoord geven op vragen van de docent is vaak een grote uitdaging voor ze. Gelukkig bestaan er manieren voor leraren om kinderen met dysfasie zo goed mogelijk te helpen. Hieronder lees je hoe!

dysfasie herkennen in de klas

Dysfasie is een aangeboren taalstoornis die het taalgebruik van iemand ernstig aantast op onder andere het gebied van grammatica, woordenschat en het vloeiend kunnen spreken. Dysfasie is puur een communicatieve stoornis en heeft dan ook niets te maken met iemands intelligentie. Omdat de leerlingen vaak niet in staat zijn om hun gedachten net zo gemakkelijk te verwoorden als hun leeftijdsgenootjes, kunnen ze daar behoorlijk gefrustreerd van raken.

Signalen van dysfasie herkennen in het klaslokaal


Omdat kinderen met dysfasie het moeilijk vinden om zichzelf uit te drukken, komen ze vaak onzeker en ongeïnteresseerd over. Docenten verwarren hun taalstoornis dan ook vaak met een aandachts- of gedragsstoornis. Daarom is het van groot belang dat een docent de signalen van dysfasie zo snel mogelijk herkent, zodat de leerlingen zo snel mogelijk de juiste hulp kunnen krijgen. Hieronder volgen een paar kenmerken waarmee leerlingen met dysfasie kunnen worden herkend:

  • ze spreken in korte, onvolledige of onduidelijke zinnen, of beginnen hun zinnen helemaal opnieuw
  • ze halen woorden door elkaar, of kunnen moeilijk uit hun woorden komen
  • het is moeilijk voor ze om goed te articuleren
  • ze hebben moeite om spontaan te antwoorden en klappen snel dicht wanneer ze vragen moeten beantwoorden in de klas
  • ze ervaren problemen met het onthouden van mondelinge instructies, omdat ze het niet voor zichzelf kunnen herhalen
  • ze zijn vaak stil omdat ze geen vragen durven te stellen, of het niet durven te zeggen als ze iets niet begrijpen
  • de docent zal een onbalans zien tussen wat ze begrijpen en wat ze zelf verbaal communiceren

De bovengenoemde kenmerken van dysfasie vertalen zich in het sociale leven van deze kinderen op de volgende manier:

  • omdat ze moeite hebben om zich goed te kunnen uiten, voelen ze zich vaak onbegrepen waardoor de kans op driftbuien toeneemt
  • ook ervaren ze moeite met het indelen van hun tijd en kunnen ze maar moeilijk geordend werken
  • het is een uitdaging voor ze om aansluiting te krijgen met klasgenootjes en ze kunnen zich minder goed inleven in de gevoelens van een ander
  • door dit alles kampen ze met schaamte, faalangst of voelen ze zich schuldig

Je klas of bijles dysfasie-vriendelijk maken

Met deze kennis kun je al veel beter de uitdagingen begrijpen waarmee een kind met dysfasie dagelijks te maken heeft. Dit alleen al zou het minder lastig moeten maken om je te kunnen inleven hun gevoelswereld. Echter, er is altijd meer mogelijk! De tips hieronder kunnen je helpen om het leven van een dysfatische leerling veel aangenamer te maken:

1. Let op je woorden!

Gebruik zoveel mogelijk korte en eenvoudige zinnen, zowel klassikaal als in een privéles. Herhaal woorden indien nodig. Vermijd waar mogelijk figuurlijk taalgebruik en geef zo veel mogelijk voorbeelden. Je kan ook een visuele aanpak nemen door het maken van tekeningen of powerpointpresentaties.

2. Neem de tijd

Gun dysfatische leerlingen de tijd om jouw informatie in zich op te kunnen nemen. Controleer regelmatig of ze jou nog goed volgen en neem voldoende pauzes.

3. Herhaling is belangrijk!

Het is niet alleen belangrijk dat jij jezelf herhaalt waar nodig, laat de kinderen jouw uitleg ook voor zichzelf herhalen in hun eigen woorden. Zo voorkom je dat je te snel gaat en weet je zeker dat ze jou goed hebben begrepen.

4. Alles begint en eindigt met een duidelijke structuur

Voor dysfatische kinderen zijn onduidelijke opdrachten of een vage uitleg een absolute hel. Bied ze dus in alles een duidelijke en heldere structuur om ze een stevige houvast te geven. Structureer je opdrachten met nummers en gebruik markeerstiften en kleurtjes om het zo overzichtelijk mogelijk te houden. Verdeel je opdrachten in kleine deelopdrachtjes en bedenk samen ezelsbruggetjes om dingen makkelijker te kunnen onthouden.

5. Beter één-op-één dan klassikaal

Kinderen met dysfasie voelen zich vaak erg onzeker en krijgen te maken met faalangst wanneer ze iets moeten zeggen in de klas, daar moet je dus goed rekening mee houden. Stel geen directe vragen en vraag de leerlingen niet spontaan om iets te presenteren voor de klas. Benader ze zoveel mogelijk één-op-één.

6. Vingertje wijzen is uit den boze

Dysfatische kinderen weten dat ze moeite hebben met taal, extra confrontatie daarmee is dus overbodig. Geef ze geen schuldgevoel, vragen zoals “wat zeg je?” en “wat bedoel je” moet je uit de weg gaan: laat ze merken dat het onvermogen niet bij henzelf ligt maar bij jou als docent.

7. Communicatie is meer dan alleen spreken

Voor dysfatische leerlingen is spreken veruit de uitdagendste manier van communicatie. Gelukkig leiden er meer wegen naar Rome. Geef ze dus de ruimte om zich op andere manieren uit te drukken waardoor ze minder worden gedwongen om uit hun comfort zone te treden. Schrijven, tekenen, gebaren, gebarentaal en ondersteunde communicatie (OC) zijn dingen waar je aan kan denken om toe te passen.

Enfin, met deze adviezen kun je de kenmerken van kinderen met dysfasie niet alleen snel identificeren, maar leer je ook hoe je ze het beste kan laten meedoen in de klas. Dat maakt de les veel plezieriger. Niet alleen voor de leerlingen, maar voor jezelf! Iedereen wint!

Lijkt het je ook leuk om kinderen buiten school te helpen? Twijfel niet langer! Klik hier om je als bijlesdocent aan te melden bij BijlesHuis.

Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.

dysfasie leerproblemen leerstoornis leerstoornissen