Heb jij net als veel andere scholieren moeite met l’article partitif? Geen zorgen. Na het lezen van dit artikel weet jij precies wanneer je het delend lidwoord in het frans toepast. L’article partitif gebruik je om niet-telbare hoeveelheden uit te drukken. Klinkt misschien nu nog vaag, maar straks wordt het hartstikke duidelijk. We leggen het uit aan de hand van soorten taart, typisch Frans én lekker. Ben jij meer visueel ingesteld? Bekijk dan onderstaande video.
Delend lidwoord gebruiken
L’article partitif pas je toe als je de precieze hoeveelheid niet weet, met andere woorden: niet-telbare hoeveelheden. In het Nederlands is dit amper uit te drukken, maar probeer het in je hoofd te zetten als ‘wat, een beetje’. Omdat er geen Nederlands equivalent is voor het Franse delend lidwoord, is het lastig om te weten wanneer je l’article partitif gebruikt. In ieder geval zie je dit delend lidwoord vaak terug bij drank, voeding en ingrediënten die ontelbaar zijn.
‘Ik eet altijd boter’ -> ‘Je mange toujours du beurre’
Laten we even deze zinnen bestuderen: ‘Ik eet één stukje taart’ vs. ‘Ik eet taart’.
Uit de eerste zin blijkt dat je exact één stuk taart eet. Als je deze zin wil vertalen naar het Frans, gebruik je dus geen article partitif. ‘Je mange une part de gâteau.’
Uit de tweede zin valt niet af te leiden hoeveel taart je eet, dus gebruik je wél het delend lidwoord: ‘Je mange du gâteau.’
De vormen van het delend lidwoord: du, de la, de l’, des
Zoals je in de titel van dit tussenkopje ziet staan, kent het delend lidwoord in het Frans 4 basisvormen: du, de la, de l’ en des. Wanneer je welke vorm gebruikt, hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het toe behoort. Is dit vrouwelijk of mannelijk, enkelvoud of meervoud? En begint het met een voyelle of een zachte ‘h’?
In voorbeeldzin ‘Je mange du gâteau.’ gebruik je ‘du’ omdat het hoort bij het zelfstandig naamwoord ‘gâteau’, dat mannelijk enkelvoud is.
L’article partitif ‘de la’ gebruik je als het voor een zelfstandig naamwoord staat dat vrouwelijk enkelvoud is, zoals: ‘Ma soeur mange de la tarte normande aux abricots.’. De la is nodig omdat ‘tarte’ vrouwelijk én enkelvoud is.
Begint het zelfstandig naamwoord met een klinker? Dan maakt het niet uit of het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is, omdat je beide keren de l’ gebruikt. Het is dus niet ‘Je mange du éclair.’ Maar: ‘Je mange de l’éclair.’ omdat ‘éclair’ begint met een klinker.
Staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud geschreven, gebruik dan des. Bijvoorbeeld als je meer dan 1 pannenkoek wil bakken, maar je weet nog niet precies hoeveel: ‘Je fais des crêpes.’
Ontkennende zin? Gebruik: de of d’...
De hierboven besproken vormen zijn basisvormen. Als je die vormen terugvindt in een ontkennende zin, met bijvoorbeeld ne….pas, gebruik je altijd de of d’ in plaats van du, de la, de l’ of des.
Enkele voorbeeldzinnen met hun foute versie naast:
...Maar niet in een ontkennende zin met être!
In een ontkennende zin met être, gebruik je de basisvormen du, de la, de l’ en des. Dus niet de of d’. Vraag ons niet wie dat bedacht heeft! 😉
Overige 3 gevallen waarin je GEEN delend lidwoord gebruikt
- Wanneer je een exacte hoeveelheid uitdrukt, gebruik je geen delend lidwoord. Je gebruikt het alleen als je de hoeveelheid niet kunt tellen.
Voorbeeld: ‘Je mange trois crêpes Suzette.’ Fout is:‘Je mange trois des crêpes Suzette.’ - Na les expressions de quantité als ‘un kilo de’, ‘un tas de’ (= veel, een hoop), ‘beaucoup de’, ‘assez de’...
Aangezien dat vaste uitdrukkingen zijn die al eindigen met de, voeg je direct het zelfstandig naamwoord toe, zonder l’article partitif:
‘J’ai mangé un kilo de macarons et maintenant je suis malade!’‘J’ai mangé un kilo de des macarons’ziet er raar uit. Dat is fout.
Eigenlijk komt alles neer op de basisregel: het delend lidwoord in het Frans wordt uitsluitend gebruikt als de hoeveelheid niet specifiek is, als je niet weet hoeveel taart iemand eet, of hoeveel pannenkoeken je moeder heeft gebakken.
Extra voorbeelden:
- Grand-mère a fait beaucoup de crêpes.
- Hier, ma sœur a mangé un tas de millefeuilles.
- J’ai acheté assez de croissants pour célébrer mon anniversaire en classe.
3. L’article partitif gebruik je NIET na een werkwoord van waardering: aimer, détester, adorer, préférer. Na een verbe d’appréciation gebruik je een gewoon bepaald lidwoord: le, la, l’, les. Zeg ‘J’aime le gâteau’ en niet ‘J’aime du gâteau.’
Drie voorbeeldzinnen:
- Moi, j’aime les millefeuilles, mais mon frère préfère les cannelés bordelais.
- Je déteste les macarons au citron.
- J’adore les gâteaux au chocolat de grand-mère.
Tot zover de theorie en uitleg van het gevreesde delend lidwoord. Het was prima te volgen toch? Als het goed is snap je de theorie nu een stuk beter. Het is een kwestie van oefenen en veel toepassen om straks een voldoende op je toets te halen. Online vind je verschillende oefeningen om je kennis op de proef te stellen. Kom je er zelf niet uit? Vraag dan bijles Frans aan. Een ervaren docent helpt jou graag!
Wil je weten hoe je een taart bestelt in een Frans restaurant of café? Lees dan deze concrete tips en voorbeeldzinnen.
Word je graag op de hoogte gehouden van onze nieuwste artikelen? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief! No worries, je krijgt geen reclame toegestuurd.