In dit artikel gaan we het hebben over persoonlijke voornaamwoorden in het Frans, ook wel bekend als les pronoms personnels. Om foutloos de verschillende persoonlijke voornaamwoorden te gebruiken, kun je een aantal ezelsbruggetjes en handige regeltjes gebruiken zodat je het beter kan onthouden. Maar om de theorie helemaal te begrijpen, richten we ons tot AngĂšle. Deze Brusselse zangeres brak in 2018 door met haar hit âTout oublierâ. âTouuuuuuuut, il faudrait tout oublierâ, zingt ze, en het klinkt fantastisch. De songtekst van haar nummer leent zich uitstekend voor het uitleggen van Franse persoonlijke voornaamwoorden omdat deze woordjes er veel in aan bod komen. We zullen eerst beginnen met persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp (les pronoms sujets), ontleden dan deze woorden als lijdend voorwerp (le pronom personnel COD) en meewerkend voorwerp (le pronom personnel COI). Tenslotte sluiten we af met de benadrukte voornaamwoorden (le pronom tonique) en de speciale vormen âenâ en âyâ.
âIk heb het liedje Tout Oublier geschreven en moest meteen aan mijn broer denken. Ik wist dat hij degene was die het liedje het best kon begrijpen. Thuis hebben we soms moeilijke momenten gekend samen. Maar in het dagelijks leven deden we nochtans alsof er niets aan de hand was, alsof alles okĂ© was. Het nummer gaat niet over ons privĂ©leven, maar het onderwerp is de noodzaak om in alle omstandigheden een glimlach te dragen.â - AngĂšle
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar iets of iemand die aan een bepaalde actie of handeling deelneemt: het werkwoord. Het verwijst naar alle deelnemers zonder ze bij de naam te noemen, zoals bijvoorbeeld: âze zingtâ, waarbij âzeâ refereert naar AngĂšle. Deze vorm is natuurlijk niet moeilijk om te herkennen, omdat het maar een korte zin is. Laten we daarom even kijken naar een zin met een onderwerp (sujet), een lijdend voorwerp (COD) en een meewerkend voorwerp (COI).
Ze geeft een cadeau aan haar broer.
= Elle donne un cadeau Ă son frĂšre.
- Elle is het onderwerp, de deelnemer die de actie (geven) uitvoert en verbonden is met het werkwoord. Dit noem je ook wel le sujet.
- Un cadeau is wat de actie ondergaat, ze geeft namelijk IETS. Dit is het lijdend voorwerp, ofwel het COD.
- A son frĂšre is degene voor wie de actie is bedoeld, of wie er op zân minst aan meewerkt, aan of voor wie het cadeau dus is: het meewerkend voorwerp, het COI.
In de zin is alleen âelleâ een persoonlijk voornaamwoord. Maar het is mogelijk om de andere zinsdelen te vervangen door andere persoonlijke voornaamwoorden. Dat ziet er als volgt uit:
Elle donne un cadeau Ă lui.= Ze geeft een cadeau aan hem.
Elle le lui donne. = Ze geeft het hem.
Verschillende functies en vormen
Laten we eerst kijken naar de verschillende vormen van het persoonlijk voornaamwoord, op basis van de verschillende functies die het voornaamwoord in een zin kan hebben: onderwerp (sujet), lijdend voorwerp (COD) of meewerkend voorwerp (COI).

Om te bepalen welke vorm je het best kan gebruiken, kun je de volgende drie stappen volgen:
- Ontleed altijd de hele zin: welk persoonlijk voornaamwoord heeft welke grammaticale functie in de zin? Onderwerp (sujet)? Lijdend voorwerp (COD)? Of meewerkend voorwerp (COI)?
- Welk woord wordt vervangen en naar welk woord verwijst het voornaamwoord? Is het een mannelijk of vrouwelijk woord? Is het enkelvoud of meervoud?
- Zet het voornaamwoord in dezelfde vorm als het woord dat vervangen wordt.
1. Het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp
Deze vormen ken je al, die gebruik je wanneer je een werkwoord leert en vervoegt: je-tu-il/elle/on-nous-vous-ils/ells. Ter illustratie: je chante, elle chante une chanson, nous chantons, je donne un bisou Ă maman.
2. Het lijdend voorwerp (COD)
Goed opletten! Er zijn drie vormen voor de derde persoon enkelvoud: le voor mannelijk, la voor vrouwelijk, en lâ als het woord erachter met een klinker of een zachte âhâ begint. Kijk dus goed naar welk woord vervangen wordt.
AngĂšle zingt bijvoorbeeld: Le bonheur nâexiste que pour plaire. Je le veux. = Geluk bestaat voor niets anders dan om te behagen. Ik wil het.
Het persoonlijk voornaamwoord âleâ is hier een COD. Waar wordt naar verwezen? Inderdaad! Naar âle bonheurâ in de voorgaande zin. Daarom is het niet âje la veuxâ, want het is een mannelijke 3e persoon enkelvoud.
Nog meer voorbeelden met een persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp (COD)
- Jâai vu AngĂšle Ă Rock Werchter wordt Je lâai vue Ă Rock Werchter.
- Mes parents ont achetĂ© Brol dâAngĂšle wordt Mes parents lâont achetĂ©.
- AngÚle cherche Roméo wordt AngÚle le cherche.
- Roméo cherche ses parents wordt Roméo les cherche.
- Roméo cherche AngÚle wordt Roméo la cherche.
3. Het meewerkend voorwerp (COI)
Het meewerkend voorwerp herken je aan Ă /pour/de (maar let op, deze staan niet expliciet in de zin). Voor de derde persoon enkelvoud is er maar Ă©Ă©n vorm: lui. Voor de derde persoon meervoud, echter, wordt leur gebruikt. Maar kijk goed uit! Je moet leur niet verwarren met het bezittelijke voornaamwoord leurs.
AngĂšle zingt: âqui lui semble facile Ă trouverâ (= wat (voor) hem makkelijk lijkt om te vinden).
Tip: COD of COI? Als er geen Ă /pour/de voor een pronom staat, kan je het zelf proberen toevoegen en vervangen.
- âJe lui parle.â
- QUELQUâUN parle Ă QUELQUâUN = iemand praat met iemand
- âJe lui parleâ wordt âJe parle Ă AngĂšleâ
- AngĂšle is dus...... ? Meewerkend voorwerp (COI)!
Meer voorbeelden met persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp (COI)
- AngÚle donne un cadeau à Roméo wordt AngÚle lui donne un cadeau.
- Un fan donne des fleurs Ă AngĂšle wordt Un fan lui donne des fleurs (slechts Ă©Ă©n vorm voor het meewerkend voorwerp (COI) 3e persoon enkelvoud).
- Lâami dâAngĂšle donne un cadeau Ă ses parents wordt Lâami dâAngĂšle leur donne un cadeau.
- AngÚle et Roméo téléphonent à leur pÚre wordt AngÚle et Roméo lui téléphonent.
- AngĂšle parle Ă son chien wordt AngĂšle lui parle.
De speciale vormen
1. De benadrukte voornaamwoorden (le pronom tonique)
In plaats van een persoonlijk voornaamwoord als onderwerp (sujet) wordt soms een benadrukte vorm van een voornaamwoord gebruikt, ofwel, een beklemtoonde variant van het persoonlijke voornaamwoord als onderwerp.

Wanneer gebruik je een beklemtoonde variant (le pronom tonique)?
- Na câest
âQui est lĂ ?â âCâest moi!â, dit AngĂšle Ă RomĂ©o. - Om contrast te benadrukken, om iets te versterken
Toi, tu es une chanteuse flamande. Elle, elle chante en français. - Na QUE in een vergelijking
AngĂšle chante plus haut que toi. - Na een voorzetsel
Tu ne vas pas chez AngÚle? Non, je ne vais pas chez elle, je vais chez Roméo.
2. De wederkerende voornaamwoorden (les pronoms réfléchis)
Het wederkerend voornaamwoord (le pronom rĂ©flĂ©chi) verwijst naar het onderwerp (sujet) van de zin. Je kunt alles lezen over wederkerende voornaamwoorden in dit duidelijke artikel. Het volgende voorbeeld kun je meenemen in je schema: âAngĂšle se laveâ = AngĂšle wast zich.
3. De speciale vormen EN/Y
âEnâ en âyâ zijn speciale vormen van persoonlijke voornaamwoorden, in zulke zinnen is er niet altijd een directe vertaling naar het Nederlands mogelijk. Voor allebei de vormen zijn er twee situaties waarin ze gebruikt worden.
âEnâ gebruik je om een lijdend voorwerp (COD) te vervangen dat begint met âdeâ of een hoeveelheid. Is dat laatste het geval? Dan herhaal je de hoeveelheid aan het einde van de zin.
âEnfin je commence Ă douter dâen avoir vraiment rĂȘvĂ©â
- Het werkwoord is rĂȘver de= dromen over/van. Het voornaamwoord en vervangt hier het zinsdeel dat normaal gesproken begint met de. Zie het volgende voorbeeld: AngĂšle rĂȘve de devenir chanteuse -> AngĂšle en rĂȘve (= ze droomt ervan).
- Maar waar komt dan de dâ van douter dâ vandaan? Deze dâ is deel van het werkwoord douter de (twijfelen aan). Dat is dus een andere âdeâ dan wat bij ârĂȘver deâ hoort.
*Dans le magasin de disques*: âVous avez encore quelques disques vinyles de Brol?â. Oui, jâen ai cinq.â
- âdiscques vinylesâ wordt in deze zin dus vervangen âenâ en wordt de precieze hoeveelheid gespecificeerd door en + cinq (= ik heb er nog vijf.)
Meer voorbeelden met het persoonlijk voornaamwoord âenâ:
- AngĂšle vient de Rock Werchter? Oui, elle en vient.
- Est-ce quâAngĂšle a gagnĂ© beaucoup de prix? Oui, elle en a beaucoup.
Het persoonlijk voornaamwoord Y kan een meewerkend voorwerp (COI) vervangen dat met âĂ â begint, meestal een plaats. Het vervangt nooit een persoon, want dan blijft het een meewerkend voorwerp (COI).
âPour y croire, il faudrait tout oublier.â âOm erin te geloven zou je alles moeten vergeten.â
- Iemand gelooft ergens in = croire Ă
- Y vervangt dus een meewerkend voorwerp (COI) dat voorgegaan wordt door Ă , bijvoorbeeld: âAngĂšle croit Ă la vĂ©ritĂ©â wordt âAngĂšle y croitâ.
- Let op! Als je Ă + persoon wil vervangen gebruik je dus een gewoon meewerkend voorwerp (COI). Bijvoorbeeld: âAngĂšle leur parle du concert Ă Rock Werchter.â
âAngĂšle habite Ă Bruxelles.â
- Y vervangt hier Ă + plaats wat vertaald kan worden als âZij woont hier.â
Meer voorbeelden met het persoonlijk voornaamwoord y:
- AngÚle va à Rock Werchter cet été? Oui, elle y va!
- AngĂšle pense Ă devenir chanteuse wordt AngĂšle y pense.
Volgorde en plaats van het persoonlijk voornaamwoord in een zin (deze is anders dan in de Nederlandse taal).
- In een Franse zin zet je een persoonlijk voornaamwoord steeds vóór het werkwoord dat vervoegd is: je le veux.
- Uitzondering op de regel: Alleen als een infinitief ook deel uitmaakt van de werkwoordsvorm, komt het persoonlijk voornaamwoord voor de infinitief: Je veux le savoir.
- Let goed op: maakt het vervoegde werkwoord van stap 1 deel uit van VREESELF? Dan komt het voornaamwoord WEL voor het vervroegde werkwoord in plaats van voor de infinitief: Je lâ Ă©coute chanter en niet
JâĂ©coute le chanter.

4. Je hebt al geleerd dat in een ontkennende Franse zin met âneâŠpasâ het ontkennende woordje âneâ altijd voor de persoonsvorm staat. Dat klopt nog steeds, echter, wanneer het lijdend voorwerp (COD) of het meewerkend voorwerp (COI) een persoonlijk voornaamwoord is, plaats je die tussen âneâ en de persoonsvorm. Dan krijg je bijvoorbeeld een zin als: âJe ne connais pas AngĂšleâ, dat wordt omgevormd tot: âJe ne la connais pas.â Dan is AngĂšle het lijdend voorwerp (COD). Het persoonlijk voornaamwoord dat AngĂšle moet vervangen moet dan dus zowel een lijdend voorwerp (COD) zijn als vrouwelijk enkelvoud, en daarom kiezen we dus voor de vorm âlaâ.
5. Wanneer je iets in de imperatief (impératif) zet, plaats je een lijdend voorwerp (COD) voor het meewerkend voorwerp (COI). Hier is een goede tip om de goede volgorde te onthouden: de D (van coD) komt voor de I (coI) in het alfabet! Bijvoorbeeld: Donne-la-lui ! = Geef het hem!
Wat gebeurt er wanneer er meer dan Ă©Ă©n persoonlijk voornaamwoord in de zin staat?
Niet alle zinsfuncties van persoonlijke voornaamwoorden kunnen in een enkele zin staan. Als er wel meer dan Ă©Ă©n voornaamwoord in dezelfde zin staat, dan zijn er regels waarmee de volgorde bepaald kan worden. Op deze website kun je meer oefeningen vinden.
Als je het toch nog lastig vindt om de verschillende persoonlijke voornaamwoorden in het Frans goed te gebruiken, of heb je moeite met andere aspecten van de Franse grammatica? Kom dan naar BijlesHuis! We hebben veel ervaren en gediplomeerde docenten Frans voor je beschikbaar. Zij staan te popelen om je te helpen, zowel thuis als online.
Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt verder geen reclame of andere e-mails.