Vind je het lastig om Romeinse cijfers te schrijven? Dat I voor 1 staat en X voor 10, dat weten de meesten nog wel, maar hoe zit het met die andere zoals de C, de M of de D? Zoek niet verder! Hieronder leer je alle regels om Romeinse cijfers om te rekenen zodat je bijvoorbeeld je eigen geboortedatum of je leeftijd in Romeinse cijfers kan benoemen. Daarnaast geven we je superhandige ezelsbruggetjes mee waardoor je ze nooit meer zal vergeten!

De basissymbolen van de Romeinse cijfers

De zeven onderstaande letters vormen de basis van alle Romeinse cijfers:

  • I=1
  • V=5
  • X=10
  • L=50
  • C=100
  • D=500
  • M=1000

Om de juiste volgorde van deze symbolen te onthouden, heeft BijlesHuis een paar ezelsbruggetjes voor je bedacht. Ezelsbruggetjes zijn hulpmiddelen of methodes zodat je iets gemakkelijker kan onthouden. Er zijn verschillende manieren, zoals bijvoorbeeld visuele hulpmiddelen. Kies hieronder bijvoorbeeld je favoriet!

Regels om Romeinse cijfers om te rekenen

Als je Romeinse cijfers wil omrekenen moet je rekening houden met een paar regels:

Regel 1

Om te beginnen schrijven we de symbolen van groot naar klein, waarbij je de getallen bij elkaar moet optellen.

Voorbeeld: CXVI=116 (100+10+5+1)

Regel 2

Mocht het wel voorkomen dat er een kleiner getal voor een groter getal staat, dan is dat omdat je die van elkaar moet aftrekken.

Voorbeeld: LXIV=64 (50+10+5-1) Let op: dit voorbeeld schrijf je dus niet als LXIIII.

Regel 3

Symbolen van Romeinse cijfers mogen nooit meer dan drie maal achter elkaar worden herhaald. Zodra je volgens regel 1 vier dezelfde symbolen naast elkaar zou gaan schrijven, noteer je alleen het volgende symbool en zet je het symbool dat je vier keer zou opschrijven, ervoor. Deze trek je dan af van het grotere symbool.

Voorbeeld: Het getal 40 noteer je niet als XXXX, maar als XL. (50-10)

Regel 4

In het verlengde van regel 2 en 3, kunnen alleen de I, de X en de C als kleiner getal voor een groter getal staan en dus in mindering worden gebracht. Ook kan dit in alle gevallen maar één keer. De schrijfwijze voor 40 was XL, dus het getal 30 mag je niet als XXL schrijven, maar als XXX.

Grote Romeinse cijfers

Als we alles zouden tellen volgens het basissysteem dan zouden we niet verder kunnen komen dan het getal 3999 (MMMCMXCIX). Bij 4000 zouden we namelijk met de notatie MMMM de derde regel schenden. Echter, hier hebben wij iets op bedacht! Bij het noteren van grotere getallen, plaatsen we een horizontaal streepje boven het symbool, dat aangeeft dat het getal met factor van 1000 moet worden vermenigvuldigd. Zie het plaatje hieronder voor een voorbeeld.

De Romeinen gebruikten deze methode overigens niet, dit is iets wat later is ontstaan. Daarom hoef je deze manier dan ook niet te kennen voor je Latijn op school. De Romeinen gebruikten soms wél een horizontaal streepje om aan te geven dat je iets niet als een letter, maar als een cijfer moest lezen. Dat moet je dus niet met elkaar verwarren 😉


Al sinds MMXIII helpt BijlesHuis studenten en leerlingen met het vinden van de perfecte bijlesdocent voor al je vragen. Ben jij ook op zoek naar bijles voor jezelf, of misschien voor je kind? Vraag meteen bijles aan en we koppelen je aan de beste docent voor jouw hulpvraag!

🌐 BijlesHuis - Vind de perfecte bijlesdocent

Maandelijks onze artikels in je mailbox ontvangen? Schrijf je in op onze spamvrije newsletter: