De meeste mensen hebben weleens een student met dyslexie in de klas gehad. Het komt dan ook vrij vaak voor. Meestal krijgen deze studenten langer de tijd voor een toets en een groot geprint blad. Maar wat is dyslexie precies? En hoe kun je een student met dyslexie ondersteunen; behalve met tijd en grote letters?
In dit artikel legt docente Melissa uit wat dyslexie precies is; en hoe jij als (bijles)docent of ouder de student zo goed mogelijk kunt begeleiden. Melissa is bijlesdocent via BijlesHuis en werkt sinds 2013 in het speciaal onderwijs (OV4 type 9). In haar werk maakt ze zich sterk voor de zorg en zelfredzaamheid van de leerlingen; en geeft ze speciale aandacht aan hun talenten.
Dyslexie: een stoornis in technisch lezen
Een kind leert eerst praten en vervolgens leert hij of zij welke letters er bij welke klank horen. Daarna leert het kind lezen: het ziet de letters en zegt de klank. Eerst nog wat langzaam en met de verkeerde klemtoon, maar dat gaat al snel steeds beter. Er treedt automatisering op. Doordat 'het systeem' automatiseert, wordt de oproepsnelheid steeds sneller. Als ik 'typ' schrijf, weet u precies dat u 'tiep' moet zeggen.
Voor mensen met dyslexie is dit ontzettend moeilijk. Zij hebben een stoornis in technisch lezen. Normaal gesproken weet je welke klank bij welk teken hoort en andersom. Je hoeft hier op een gegeven moment niet meer over na te denken. Bij mensen met dyslexie werkt dat systeem niet. Daardoor hebben zij grote moeite met technisch lezen. Begrijpend lezen gaat om de tekst begrijpen; maar als je de tekst niet goed kunt lezen is het ook moeilijk om hem goed te kunnen begrijpen.
Problemen met klankstructuur
Elke taal heeft een bepaalde klankstructuur. Het inzicht in die klankstructuur heet het 'fonologisch bewustzijn'. De meeste mensen leren dit automatisch en kunnen dan de klanken binnen woorden onderscheiden en goed uitspreken. Zij weten ook dat elke klank een teken heeft, en weten het verschil tussen oo, ee, oe, a, aa. Iemand met dyslexie heeft geen tot weinig fonologisch bewustzijn.
Iemand met dyslexie:
- Houdt niet van rijmen omdat hij het niet begrijpt;
- Ziet niet dat woorden met dezelfde klank kunnen beginnen;
- Vindt het moeilijk om het aantal lettergrepen in een woord te herkennen. Meeklappen met liedjes en woorden in de klas wordt niet begrepen;
- Vindt het moeilijk om de juiste klanken en letters te leren en te combineren.
Spraakproblemen bij dyslexie
Taal is er in geschreven en gesproken vorm. De helft van de leerlingen met dyslexie had als peuter/kleuter al spraakproblemen.
Veel voorkomende spraakproblemen:
- Komt vaak niet op het goede woord;
- Gebruikt veel 'euh', 'weet je...', waardoor hij/zij niet zeker overkomt;
- Moeite om reeksen na te zeggen en te onthouden, zoals de dagen en maanden;
- Gebruikt altijd korte zinnen;
- Blijft veel grammaticafouten maken;
- Gebruikt steeds dezelfde woorden;
- Moeite met het geven van aanwijzingen en dingen uitleggen.
Sterkten en moeilijkheden tijdens de les
De grootste moeilijkheden voor leerlingen met dyslexie zijn:
- Moeite met verbanden leggen, zeker als logica geen rol speelt;
- Tekst foutloos overschrijven;
- Een leerling met dyslexie heeft bijna nooit een net handschrift;
- Snel afgeleid;
- Moeite met klokkijken;
- Vaak een taak vergeten te maken, niet volledig;
- Agenda niet volledig ingevuld, waardoor huiswerk niet gemaakt is;
- Losse gegevens zijn moeilijk te onthouden;
- Grote, complexe opdrachten geven problemen.
Leerlingen met dyslexie zijn juist goed in:
- Goed in het onthouden van ervaringen, locaties en gezichten;
- Zien makkelijk meerdere kanten van een probleem;
- Levendig voorstellingsvermogen;
- Creatief, ook in het bedenken van oplossingen;
- Kan een groot geheel makkelijk opsplitsen in kleinere delen;
- Groot inlevingsvermogen;
- Veel doorzettingsvermogen.
Tips les geven aan leerling met dyslexie
Als je (bij)les geeft aan een student met dyslexie is het belangrijk om met een aantal dingen extra rekening te houden. Dyslexie gaat helaas niet weg door veel te oefenen en kan niet genezen. Vaak krijgt een leerling met dyslexie extra hulp van de ouders, school, een logopedist en/of therapeut. Het is daarom belangrijk om goed contact te houden met elkaar. Samen begeleid je dezelfde leerling. Een eenduidige structuur is dan belangrijk om verwarring bij de leerling te voorkomen.
Daarnaast is het belangrijk om als bijlesdocent extra geduldig en begripvol te zijn. Vermijd onnodige stress en druk op de leerling. Omdat de leerling moeite heeft met technisch lezen, zal het langer duren voor een opdracht af is. Stel jezelf en de les hier op in, zodat de student voldoende tijd heeft.
Als ouder helpt het om veel voor te lezen, ook als het kind al ouder is. Door veel te lezen wordt de woordenschat vergroot, en als een kind moeite heeft met lezen zal het niet snel een boek pakken. Lees dus veel en praat er samen ook even over na. Juist door het napraten gaan onderwerpen leven en wordt er geleerd. Samen lezen is ook erg goed; bijvoorbeeld eerst het kind een alinea, en dan de ouder.
Handige tips voor de (bijles)docent:
- Leg opdrachten altijd mondeling uit. Moet de student thuis een oefening maken? Adviseer dan om voorleessoftware te gebruiken;
- Vermoed je dat je student niet geleerd heeft? Benoem dit dan nooit direct, het kan zijn dat de leerling wel gestudeerd heeft maar het niet onthouden heeft. Vraag bijvoorbeeld: 'Hoe heb je dit geleerd?' Als de leerling niet geleerd heeft, kom je er door deze vraag ook achter terwijl het minder aanvallend over komt;
- Print oefeningen groot uit en gebruik een groot lettertype;
- Lees belangrijke teksten voor school samen alvast door, je kunt ook vragen aan de ouders of zij dit met hun kind willen doen;
- Geef steeds één opdracht, niet meerdere tegelijk;
- Geef af en toe een extra leesoefening die je samen maakt;
- Zoek bijvoorbeeld naar de kernwoorden in een tekst;
- Plan de les niet te vol;
- Geef de student een compliment voor zijn inzet, hamer niet op resultaten;
- Houd zoveel mogelijk een vaste structuur aan;
- Controleer steeds samen de agenda en gepland huiswerk (of vraag de ouders dit structureel te doen);
- Herhaal de leerstof continu.
Wat je beter niet kunt doen: De leerling dingen laten overschrijven, hardop voorlezen zonder dat je de student uitlegt wat je gaat doen, lang laten schrijven, de leerling vergelijken met anderen.
Extra informatie
Wil je meer informatie over dyslexie? Bekijk dan onderstaande bronnen:
- Balans Digitaal: Hier vind je informatie over leerstoornissen, waaronder dyslexie. Interessant voor ouders, leerkrachten en andere begeleiders.
- Schrijven leer je zo: vol met leuke oefeningen om te leren schrijven, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
- Ook op de website Letterster vind je veel leuke oefeningen.
- Via deze link vind je een uitgebreid artikel over dyslexie, vol uitleg, tips en ervaringen van anderen.
- Via deze website vind je oefeningen en een webshop met o.a. kinderboeken met grote letters.
- Het boek: 'Ik schreif faut'. Ceyssens, M. (2001). Ik schreif faut. Omgaan met dyslexie. Gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Tielt: Uitgeverij Lannoo.
Heeft jouw zoon of dochter dyslexie en zou individuele begeleiding een uitkomst zijn? BijlesHuis heeft bijlesdocenten met de nodige ervaring. Ben jij zelf docent en zou je graag leerlingen begeleiden? Registreer je dan als bijlesdocent!
🌐 BijlesHuis - Vind de perfecte bijlesdocent
Laat hieronder je gegevens achter en blijf zo op de hoogte van onze nieuwste artikels! Je ontvangt uiteraard verder geen reclame of andere e-mails.